Het nationale publiek, waaronder (kameraden onder elkaar, de Amsterdamse meisjes, de lievelingen en de lekkere groupies), die het Nederlandse lied op handen draagt, hebben in de tijd van de pandemie het stappen gemist.
Nu in oktober de deuren in Nederland muziekland open staan, wil het nationale publiek hun idolen zien vliegen op de wind en lopen op het water, om de hoogste plaats in charts te zien behalen.
Door mensen in Den Haag zijn beslissingen gevallen, waardoor het nationale volk niet op date kon gaan naar kroegen, pleinen en festivals om te dansen.
De moeders van hun zingende kroost, (de grootste fan van iedere held, van het vaderlandse lied), wisten in het begin van de pandemie tegen hun kroost te zeggen, steek je kop niet in het zand, maar ga met bloed, zweet en tranen door met het Nederlandse lied, anders moet je weer vanaf de nullijn beginnen.
Afgelopen jaar hebben Nederlandse helden van het vaderlandse lied en het nationale publiek zich met hand en tand verzet tegen de regels omdat het niet anders kon,
Het nationale publiek en de Nederlandse helden hebben elkaar nodig in Nederland muziekland, om het boemerangaffect te bereiken
Jan Biggel – Ons moeder zej nog
Mark Gerritsen – Ik gaf jou toch alles
Roy Otters – Vliegen op de wind
Kevin Paré ft Pieter van der Zweep – Kameraden
Roy Hoffman – Lieveling, Lekkerding
Jan Biggel ft. Arno Sloot – We gaan op stap