Het nieuwe jaar is net begonnen, maar de helden van het Nederlandse lied, schakelen allemaal naar de hoogste versnelling om met carnaval de grondvesten te laten trillen en de hut te verbouwen.
Dit heet liefde voor het vak en daarom zingen de Nederlandse helden, van het vaderlandse lied, de sterren van de hemel.
Beneden de rivieren is vanaf de elfde van de elfde het feestgedruis in volle hoedanigheid losgebarsten, maar het Noorden van het land, krijgt er ook een staartje van mee, al is dat niet zoals beneden de rivieren.
Hoe gekker hoe beter, of het nu de geit of de bok is, de liefde bedreven met een knipoog ef een dubbelzinnige tekst, alles mag en alles kan.
De volgende helden van het Nederlandse lied, willen met carnaval hun nieuwe song vol trots en passie van de daken schreeuwen en het nationale publiek zien feesten en beesten.